Betekenissen

Al met al tekst en uitleg van betekenissen/ vak jargon en bewoordingen. Kortom begrijpen wat ermee bedoeld wordt. Deze termen geven je wellicht inzicht over uit gevoerde werkzaamheden en hoe dat in verhouding staat met een eindresultaat.

Begrippen / Termen / betekenissen

Alkalisch = Bijtende zuurgraad van vloeistof op basis van zeep. PH7 – PH14
Autopoetsen = met reinigende en verzorgende producten de auto in “nieuwstaat” brengen.
Autowassen = met behulp van water en autoshampoo vuil verwijderen van het object.

Beading = de ronde bolle druppeltjes op de autolak van water/regen verkregen door lakbeschermingsmiddelen en hun cohesie eigenschappen.
Bonding = hechting van chemie aan oppervlakte, bv blank lak.

Clay/Klei = een kneedbare substantie om lakdieptereiniging uit te voeren.
Curen = (chemisch) in-drogen van lakbeschermingsmiddelen.

Detailerspray = vloeistof om als glijmiddel te gebruiken bij Clay/Klei.
Detailing = het reconditioneren van de auto.

Glaspolijsten = schade uit auto ruiten / ramen verwijderen d.m.v. schuur, slijp en polijst techniek.

Hologrammen = 3D draaiende reflectie van krassen door verkeerd machinaal polijsten.

Krassen = (on)diepe sleuven in de autolak die glans en kleurcontrast ontnemen.

Lakdiepte reiniging =  de autolak intens reinigen van boomhars, vliegroest, asfaltspetters, boomsappen en andere vuil.
Lime remover = Kalk verwijderaar geschikt voor autolakken.

Marring = een blanke lak oppervlakte lichte schade, vaak veroorzaakt schuren, kleien.

Pad = een ronde schijf van foam, microvezel of wol voor het polijsten van de lak.
Poetsbanen = zichtbare brede strepen in de autolak door verkeerd machinaal polijsten.
Poetsen = het aanbrengen van sealants en / of waxen.
Polijsten = in meerdere stappen de autolak slijpen waardoor er een schone nieuwe oppervlakte gecreeërd word.
Polijstmiddel = vloeibare substantie in verschillende kleuren, dikte en korrelgrofheid om te kunnen polijsten.
PH Neutraal = PH7 is de “neutrale”toestand van een vloeistof.

Restylen = laten verwijderen van deukjes en putje uit plaatdelen.

Sealant = vloeibare synthetische wax samengesteld met oliën, siliconen en polymeren.
Shampoo = vloeibare substantie voor reiniging van de autolak. Deze is in veel kleuren, geuren eigenschappen te verkrijgen.
Sheeting = verzadiging met water van plaatdelen zodat deze als een deken het water doet aflopen.
Spuitnevel = een waas van opliggende blanke lak met een bepaalde structuur die voelbaar en zichtbaar is na spuitwerk.
Swirls = krassen in de lak gemaakt door ronddraaiende borstel en / of sponzen.

Uitpoetsen = het wegpoetsen van sealants en / of waxen met zachte MF doeken.

Vergrijzing = blanke lak die door krassen en wasstraat aantasting een melkglasachtige gloed heeft.
Vliegroest = hele kleine fijne ijzerdeeltjes op de autolak (door remschijven, tram-spoorrails).

Washmitt = een washandje van speciale vezel of schuim voor het zo krasvrij mogelijk wassen van de autolak.
Wax = een semi harde substantie vaak met natuur producten die dient als lakbeschermingsmiddel.
Wetsanding = nat schuren van de blanke lak om oneffenheden te verwijderen.

Zuur = Bijtende zure vloeistof op basis van zuren zoals, zwavelzuur, citroenzuur, appelzuur, azijnzuur. PH1 – PH7